Volksdansen
Volksdansen
Volksdansen
Confucius schreef ooit : “ Laat mij zien hoe een volk danst en ik zal zeggen of zijn beschaving ziek of gezond is. ”
Als men over volksdans praat is dit voor Jan met de pet een karikatuur, lederhose met kniekousen en wat stampen met billengeklets.
Uiteraard is volksdans meer dan dat.Elk volk beweegt zich ritmisch op geluiden, geluiden uit de natuur, geroep, gezang of muziek. Deze basisbewegingen die een betekenis hadden zijn oerdansen.
In onze streken die bewoond werden door diverse volksstammen van Germaanse origine werd dans vermeld door de Romeinse veroveraars. Tacticus schreef hierover: “de dansen werden uitgevoerd door naakte jongelingen die bij nacht luid roepend op en neer sprongen tussen in de grond gestoken speren”. Gaat het hier over krijgsdansen of een ritueel van knapenwijding of een vruchtbaarheidsrite? Dat springen en stampen en eventueel slaan met stokken doet ons heel hard denken aan de later ontstane Engelse morrisdansen.
Het slaan met stokken en zwaaien met zakdoeken staat voor het verdrijven van het kwade, het slaan met stokken op de grond en de verschillende sprongen wekken dan weer de vruchtbaarheid op. Trouwens het typische pasje van de Gillis van Binche doet ons ook denken aan een oud morrisdanspasje. Uiteraard evolueren dansen in de loop der jaren, mannendansen blijven wel een krijgshaftig karakter houden, kijk maar naar de zwaarddansen. Zwaarddansen, een oude verloren gegane traditie uit onze streken zien opnieuw het levenslicht. De eerste verwijzingen naar het bestaan van zwaarddansen vindt men terug in de stadsarchieven van Brugge in het jaar 1389 werd een betaling gedaan aan de sweertdansers. Vandaag wordt elk jaar op halfvasten sedert 1958, door de dansgroep Lange Wapper de traditionele zwaarddans uitgevoerd.
Deze dans werd samengesteld door Renaat Van Craenenbroeck. Ook andere zwaarddansen zijn in die periode samengesteld, De Zevenster, De zwaarddans van het land van Waas en andere. Uiteraard mag de Trawantel, een stokkendans met hoepel, niet ontbreken in deze opsomming. Deze Trawantel werd ons overgeleverd door de schuttersgilde van Westerlo die hem nog steeds uitvoeren. Vermoedelijk is deze dans afgeleid van een oudere zwaarddans. Uiteraard mogen wij onze meisjesdansen (bogen en hoepeldansen) en onze gemeenschapsdansen niet vergeten daarvan getuigen meerdere schilderijen van onze oude Vlaamse meesters.
Door de diverse bezettingen van onze lage landen gingen tradities verloren. Wij weten wel dat er sporen van oude Vlaamse dansen te vinden zijn in Zweden waar Vlamingen het ijzererts gingen bewerken, en ook langs de kuststreek in Engeland waar de traditie door onze vissers en zeevaarders werd achtergelaten. De industrialisering lag mede aan de basis van het verloren gaan van oude tradities.
Wij schrijven nu eind 19e en aanvang 20e eeuw. In Duitsland werd in 1901 de “Wandervogel” een studentenclub met steun van ouders en leraren opgericht. De belangrijkste activiteit van de Wandervogel was het rondtrekken in de onbedorven natuur, de 'Fahrt'. Andere activiteiten waren sport,